Het interieur van de nieuwe interventie rond de watertoren in Sliedrecht brengt erfgoed en eigentijdse architectuur in balans. De ruwe, monumentale toren blijft zichtbaar en voelbaar, terwijl de nieuwbouw met haar zachte houten structuur en royale glasvlakken een warme, open sfeer creëert. Een sculpturale trap slingert zich door de toren en verbindt verschillende verblijfsplekken – elk met een eigen relatie tot licht, uitzicht en gebruik. De gebruiker staat centraal in een ruimtelijke ervaring die uitnodigt tot rust, ontmoeting en verwondering.
Het interieur van de oorspronkelijke watertoren behoudt zichtbaar zijn historische karakter. Ruw pleisterwerk, sporen van veroudering en originele details zijn bewust intact gelaten om het erfgoed tastbaar te houden. Deze materiële herinneringen aan het verleden vormen de atmosfeer van de torenruimte en maken de geschiedenis ervaarbaar voor de bezoeker.
Binnenin is een nieuwe houten trapconstructie geïntroduceerd die zich als een lichte, sculpturale spiraal omhoog beweegt. Deze verticale toevoeging contrasteert subtiel met het robuuste karakter van de oude torenschil, zonder deze te overheersen. Op elk niveau creëren houten plateaus met zitplekken intieme verblijfsruimtes, waarbij het daglicht door smalle openingen en het transparante dak geleidelijk verandert van sfeer. De route naar boven wordt zo een gelaagde beleving van stilte, uitzicht en materiaal.
Een bijzonder element in het interieur vormt het voormalige waterreservoir, dat een markante, centrale rol krijgt in de nieuwe functie van de toren. Waar vroeger water werd opgeslagen, is nu ruimte gemaakt voor verblijf, reflectie en ontmoeting. De tank is getransformeerd tot een plek met karakter, waarbij de schaal, akoestiek en historie het gevoel van verwondering versterken.
De nieuwbouw rondom de toren vertaalt zich in een lichte, houten structuur opgebouwd uit modulaire elementen. De ritmiek van de gebogen kolommen en het spel van schaduw en licht zorgen voor een open en warme sfeer. Grote glazen puien verbinden het interieur direct met de omliggende natuur. De vloeiende vorm begeleidt de bezoeker op een vanzelfsprekende manier door de ruimte, terwijl de houten detaillering zorgt voor tactiliteit en herkenning.
De nieuwbouw vormt een eigentijdse tegenhanger van de toren, ontworpen met een sterke focus op openheid, comfort en natuurlijke beleving. Hier staat de gebruiker centraal binnen een licht en uitnodigend interieur, gedragen door een ritmische houten constructie van gebogen kolommen en balken. Deze structuur creëert niet alleen een herkenbare ruimtelijke ritmiek, maar versterkt ook de warmte en tactiliteit van het interieur.
Een grote vliesgevel aan de zijde van het park maakt de verbinding met het omliggende groen voelbaar. Overdag stroomt het daglicht rijkelijk naar binnen, terwijl het uitzicht op het landschap het gevoel geeft dat men zich aan de rand van een bos bevindt. De overgang tussen binnen en buiten is vloeiend: de natuur wordt onderdeel van de ervaring.
Het interieur is ontworpen als een sequentie van ruimtes met verschillende sferen: open en licht voor ontmoeting en werk, meer besloten en intiem richting de tuin. Beplanting, textuur en lichtgebruik dragen bij aan een prettige verblijfsplek voor jong en oud, tijdelijk of langdurig aanwezig. De houten draagstructuur is daarbij niet alleen functioneel, maar ook beeldbepalend – ze vormt de identiteit van de ruimte.